Interview: Ongecontroleerde spionage van burgers is afbreuk van democratie, zegt Europarlementariër In 't Veld
Geplaatst op 6 October 2023 ‐ 3 min leestijd
Europarlementariër Sophie in ’t Veld (van de partij Volt, voorheen van D66) nam recent deel aan een onderzoekscommissie van het Europees Parlement die handel in- en gebruik van spionagesoftware onderzocht.
In een interview met de NRC door Marloes de Koning en Clara van de Wiel, vertelt In ’t Veld meer over spionagesoftware binnen de Europese Unie.
Een aantal hoogtepunten:
- Politici en journalisten in meerdere Europese landen zijn de afgelopen jaren bespioneerd, inclusief middels gebruik van spionagesoftware op hun apparaten.
- Technologie die bedoeld is om criminelen op te sporen wordt in de praktijk voortdurend tegen politieke tegenstanders en journalisten gebruikt.
- Europese regeringen informeren burgers met opzet niet over kwetsbaarheden in hun apparaten die gebruikt zouden kunnen worden om je te bespioneren. Waarom niet? Omdat deze regeringen zélf burgers en inwoners willen kunnen bespioneren, gebruikmakend van deze kwetsbaarheden.
- Nederland faciliteert de handel en productie van spionagesoftware. (De Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst (AIVD) in Nederland neemt al producten af van de spionagesoftware-producent NSO Group.)
In ’t Veld stelt dat vooral in Europa regeringen open staan voor spionagesoftware:
“De [regering van de Verenigde Staten van Amerika] heeft de grote spywareproducenten op een [blokkeer-]lijst gezet. (…) Maar hier in Europa wordt de rode loper uitgerold. Dit spionage-instrument is zó verleidelijk voor regeringen. En ze hebben absolute macht zodra ze zeggen dat het om ‘nationale veiligheid’ gaat.”
Wat zijn de gevolgen van zulke grootschalige spionage van inwoners? Niet alleen inbreuk van de persoonlijke levenssfeer, stelt In ’t Veld:
“Maar behalve om de privacy van een burger gaat het om het afbreken van de democratie. Op het moment dat je critici en opponenten in de tang kunt houden is er geen rem meer op de macht en is de democratie dood.”
In ’t Veld wijst er ook op dat mensen bangmaken een bekende strategie is van overheden om aan te sturen op nog meer surveillance:
“Mensen worden bang gemaakt. Iedere keer als er iets gebeurt, creëren we instrumenten om mensen in de gaten te houden. (…) En iedere keer geven we uit angst instrumenten aan mensen met macht, die al macht hébben, en die dat heel handig vinden. Daarom gaat dit hele [spionagesoftware-]verhaal in essentie ook niet over technologie. Het gaat over democratie.”
En:
“Het is nogal wat als je slachtoffer bent en erachter komt dat ze iedere ademhaling van je hebben meegekregen. Maar waar het om draait is de impact op de democratie, het [verkillende] effect dat het bespioneren van burgers heeft. Ook mensen die geen doelwit waren, gaan denken: ‘nou…’. Die durven niet meer met journalisten te praten.”
Merkwaardig genoeg voor een interview over spionagesoftware binnen de Europese Unie is dat het voorgestelde spionageprogramma van de de Europese Commissie zelf—beter bekend als ‘chatcontrole—niet genoemd wordt.
Maar het zal duidelijk zijn dat het grootste deel van de door In ’t Veld aangedragen argumenten tegen overheidsspionage op burgers net zo goed gelden tegen het chatcontrole-voorstel. Chatcontrole wil het laten doorlichten van alle digitale communicatie op alle apparaten van alle mensen in de EU immers kunnen laten verplichten—plus het doorsluizen van als ‘verdacht’ aangemerkte berichten naar de Europese overheid.
Lees het hele gearchiveerde interview: